Onder bovenstaande titel verscheen mijn Terugblik in het oktober nummer van ZENIT. In de jaren ’30 van de vorige eeuw werd de befaamde Utrechtse Atlas van het Zonnespectrum gemaakt. Een fors standaardwerk dat het spectrum van de zonnestraling toont. Een publicatie van ca. 100 meter lang die voor die tijd en ook nu nog uniek is. De bron bestond uit fotografische glasplaten van het spectrum, opgenomen door G. Mulders aan de Mt Wilson sterrenwacht in Californië. Ze werden bewerkt door Houtgast en Minnaert in Utrecht. De glasplaten tonen het spectrum niet in werkelijke intensiteit, de zwarting moet eerst nog omgezet worden in echte helderheden. Daartoe ontwikkelden Minnaert en Houtgast een ingenieus systeem dat nu opgevat zou kunnen worden als een analoge computer.